De nieuwe kapelaan.
Hallo
amigos Jan is na zo,n drie maande weer is zonder de meester in ze,n
goggum naar de El lobo gereje. Hij heb hier
zo,n drie maande vertoeft want
hij wou der is alles op een rijtje zette zei die. Man, man wat had die
amigo de kolere in zeg Jan kon geen goed doen, en zijn vrouwtje trouwes
ook niet. As we naar de have reje had tie enkel kommetaar op Jan zijn
rijkuns. Kijk uit voor die auto Jan, hou die ouwe
señorita, in de gate Jan. Tjezus Jan kijk
verdomme uit man je ree zo wat meneer pastoor voor zijn klote, en die
kwam zeker wete van rechts. Vuile klootviool dat je der ben, Jan kreeg
de zenuwe van die ouwe afgedankte vetdot amigos. |
Toen Jan in de El lobo kwam zat onze nieuwe kapelaan, ja we hebbe een
nieuwe
kapelaan an een tafeltje van zijn coco te geniete.
Hier bove zien jullie
onze nieuwe kapelaan amigos. |
'Goedemorgen mijn zoon’ zee die hoe gaat het met jou? Wel goed
eerwaarde zee ik en schoof bij hem aan. Effe later kwam carreme met een
groot glas schuimend miquel naar onze tafel toe. ‘Asjeblief Jan zee ze
bedank voor de lekkere viessies die je gisteravond voor de deur achter
heb gezet hombre.’ En ze zette het schuimend glas dat naar Jan
knipoogde om opgedronken te worde,voor Jan neer.
‘Zeg Jan je weet toch dat meneer pastoor naar een concilie in Rome toe is?’ Begon onze nieuwe kapelaan tege mijn, ja zeker kapelaan zee ik tege hem. Jan ree em van de week in ze,n goggum zo wat voor ze,n klote, toen die van rechs van me kwam. 'Foei Jan matig jouw vuilpraat mijn zoon het geeft in zijn geheel geen pas, om zo over je herder te praten.’ Neem Jan niet kwalek kapelaan zee ik, maar meneer pastoor is mijn herder niet hoor. Wel van mijn vrouwtje Ciquita die wel want die kompt namelijk wel in zijn kerk. Maar Jan praat alleen maar met meneer pastoor en drinkt soms een miqueltje, hier in de El lobo met hem. ‘O pardon Jan, maar ik wilde je eigenlijk iets vertellen' zee de kapelaan. Verleden week moest ik om dat meneer pastoor naar dat concilie in Rome was, voor de eerste keer de mis gaan op dragen. Maar even daar voor was ik zo zenuwachtig dat ik haast niet meer kon spreken.’ Nou Kapelaan daar had Jan vroeger geen last van hoor, as tie dat schorremorrie an boord de les mos leze. Dan krege ze flink van Jan op der sodemieter as ze de kantjies tijdes het roest bikke of wat dan ook er vanaf gelope hadde. ‘Nou Jan zee de kapelaan in een parochie de mis opdragen is natuurlijk heel wat anders, als dat schorremorrie van jou hé.’ O ja meneer de kapelaan wat hé jij dan wel tege Jan zijn schorremorie. Zijn die soms slechter as jou parochiegaste, nouw? Och mijn lieve hemel nee Jan zo bedoelde ik het niet hoor, ook dat zijn kinderen gods!’ Oke dan kapelaan zee Jan amigos dan is het goed, Jan doch effe dat je wat tege mijn schorremorie had. ‘Zeer zeker niet Jan, maar ging de kapelaan met zijn verhaal verder. Ik vroeg de Bisschop die toevallig op bezoek was wat ik hier tegen kon doen. En die raadde mij aan voor de mis twee à drie druppels wodka in een glas water te doen en dat op te drinken. Ik volgde zijn eminentie,s advies op en daarna verliep de mis prima. ik was de rust zelve en alles ging zoals het moest gaan. Maar tussen tijds begon ik me toch weer onzeker te voelen. Daar ik de eerste keer al het vermoeden had dat dit zou gaan gebeuren had ik voor de zekerheid, een paar glazen extra in de preekstoel neer gezet. Maar deze keer met behoorlijk meer wodka er in. Dus dook ik tijdens het gezang snel even onderin de preekstoel, uit het zicht van de parochianen. En dronk snel de drie gereed staande, zo rustgevende glazen leeg. En zie daar, ik was weer de rust zelve alles verliep vlekkeloos ja zelfs perfect Jan het kon niet beter.
Toen ik dan ook na mijn preek in de pastorie terug kwam lag er een
elipsel van de Bisschop op tafel. Die volgens de oude huishoudster señorita Margarita Conzalnez in zijn karos was vertrokke. Daar
bedoelde
de oude Margarita
mee dat de
bischop in zijn auto
vertrokken
was. Want de oude
Margarita heeft
nu eenmaal de gewoonte,
om alle auto,s met de naam karos aan te duiden. Dus hier is de brief die
zijne heiligheid mij schreef Jan, ik durf deze de man nooit meer onder
ogen te komen. En de Kapelaan drukte Jan de brief in ze,n hande en dit las Jan in de brief van zijne eminentie amigos. |
Beste Kapelaan, Bij deze neem ik de vrijheid enige
feedback te geven op uw eerste mis, en ik hoop dat u aan deze punten
zult gaan werken. Met vriendelijke groet, Ja, ja meneer Kapelaan zee Jan tege de zwaar angeslage kapelaan voor hem. Je mot niet drinke as je der niet tege ken hé. Maar as ik jou was zou ik zeer zeker een praatje met meneer pastoor gaan make. Want hij ken weze wat tie wil maar het is wel een toffe vent zeker wete. En die zal zeker wete wel een goed woordje voor jou bij zijne eminentie kenne doen. En bier is er niet om in te spuge amigos, nee toch? Jan T
|